
Verordening afvalstoffenheffing Stadskanaal 2021
Deze regeling is in werking getreden op 01-01-2021.
Wetstechnische informatie
Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie | gemeente Stadskanaal |
---|---|
Officiële naam van de regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2021 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing Stadskanaal 2021 |
Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) |
|
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiƫn en economie |
Opmerkingen m.b.t. de regeling
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing Stadskanaal 2020.
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht t/m |
Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking |
Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 14-12-2020 Gemeenteblad, nr. 334736, 18-12-2020 ![]() |
Z-20-077346/D/20/194364 |
nieuwe pagina (dit wordt niet afgedrukt)
Verordening afvalstoffenheffing Stadskanaal 2021
Deze regeling is in werking getreden op 01-01-2021.
De raad van de gemeente Stadskanaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 november 2020, nr. Z-20-077346/D/20/194364;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
besluit :
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2021.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder "gebruik maken": gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
- 2. De afvalstoffenheffing, als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Heffingstijdvak
Het heffingstijdvak van de belasting, bedoeld in de onderdelen 1.1 en 1.2.1 van de tarieventabel, is gelijk aan een kalenderhalfjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 en in onderdeel 1.2.1 van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.2, de onderdelen 1.2.2 en 1.2.3 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2. De belasting, bedoeld in het onderdeel 1.2.1 van de tarieventabel, is verschuldigd na afloop van het heffingstijdvak.
- 3. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat heffingstijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat ten aanzien van de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van de voor een volledig heffingstijdvak verschuldigde belasting als er in dat heffingstijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 5. Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing, indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
Artikel 8 Termijnen van betaling
- 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen die, met inachtneming van hoofdstuk 1.1 en hoofdstuk 1.2, onderdeel 1.2.1 van de tarieventabel worden opgelegd, worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, ten hoogste € 1.000,00 is, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3. In afwijking van het voorgaande moet het gevorderde bedrag, als bedoeld in hoofdstuk 1.2 de onderdelen 1.2.2 en 1.2.3 van de tarieventabel, tegen contante betaling worden voldaan op het moment van de mondelinge kennisgeving of op het moment van de uitreiking van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend van de belasting die verschuldigd is voor het aantal aanbiedingen in een kalenderjaar:
- a. van een minicontainer, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, boven het aantal van 3;
- b. van een minicontainer, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, boven het aantal van 8;
- c. door inworp in een ondergrondse container (trommel 70 liter), boven het aantal van 27.
Voor de belasting, als bedoeld in hoofdstuk 1.2 de onderdelen 1.2.2 en 1.2.3 van de tarieventabel, wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1. De "Verordening afvalstoffenheffing Stadskanaal 2020" van 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
- 3. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.
- 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing Stadskanaal 2021".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2020.
De raad
de heer K. Willems
raadsgriffier